‘Wij geloven er sterk in dat palliatieve zorg generalistische zorg is die specialisten nodig heeft’

Nieuws NPZ Salland 09 mei 2024

Binnen Carinova is veel aandacht voor palliatieve zorg. Gezien maatschappelijke ontwikkelingen, maar ook de veranderingen in de zorg is het project Palliatieve Zorg gestart. Cora Vegter-Klein en Mira Holtman zijn nauw betrokken bij dit project en vertellen meer hoe ze dit project aanvliegen en vertalen naar de praktijk.

Voordat Cora en Mira meer vertellen over het project Palliatieve Zorg (project PZ) binnen Carinova, stellen we ze eerst kort voor.
Mira is Palliatieve Zorg verpleegkundige. Afgelopen jaar heeft ze zich bezig gehouden met het project PZ. Vandaar uit heeft ze een visie en beleid geschreven om dit vervolgens te vertalen naar de praktijk. Mira ondersteunt en begeleidt cliënten, hun naasten en betrokken zorgprofessionals in de palliatieve fase.

Cora is regiomanager Thuiszorg regio Deventer. Ze stuurt de reguliere wijkteams aan, waaronder een aantal specialistische teams waar het palliatieve zorg team onder vallen. Dit doet ze voor heel Carinova in drie regio’s. Daarnaast is ze bestuurder bij de landelijke beroepsvereniging V&VN en vanuit die rol schuift ze ook aan bij het Nationaal Programma Palliatieve Zorg 2.

Cora, eerst een vraag aan jou: Wat was de aanleiding voor het project PZ?
‘We merkten binnen Carinova dat ons beleidsplan onvoldoende aansloot op de sterk veranderende zorg zowel binnen thuiszorg als woonzorg. Ook de palliatieve zorg ontwikkelt zich sterk. Er is veel meer oog en aandacht voor. Mensen willen daarnaast graag langer thuis blijven en ook thuis sterven. Daarnaast zien we de beweging dat mensen minder in een verpleeghuis wonen We zien een grote uitdaging in deze verandering, dit gaat samen met de maatschappelijke verandering dat mensen steeds meer ook kunnen en willen praten. Ook al kan dat zeker nog meer. Dit alles vraagt een ander beleid voor hoe om te gaan met palliatieve zorg. Wij geloven daarom sterk in dat palliatieve zorg generalistische zorg is die specialisten nodig heeft. In praktijk zien we dat in de fase van pz de samenwerking tussen wijkteam, arts en familie best wel zoekende is. Een specialistisch verpleegkundige als Mira is dan een hele goede aanvulling op wat we doen.’

Wat is de toegevoegde waarde van Mira als pz verpleegkundige?
Cora: ‘De pz verpleegkundige is in onze ogen een hele mooie constructie die we aan het opzetten zijn. Juist omdat zij met andere ogen en kennis naar zaken kijkt. Als mensen eenmaal in de palliatieve fase zitten, merk je dat heel veel zorg generalistisch is. Het palliatief redeneren is een vak op zich. Er is heel veel kennis, richtlijnen en adviezen binnen palliatieve zorg. Maar als je generalistisch opgeleid bent, kom je daar vaak niet aan toe. Dan helpt het om een specialist in te roepen.’

Mira, kun je een praktijkvoorbeeld geven waaruit jou toegevoegde waarde blijkt als pz verpleegkundige.
‘In grote lijnen kan ik zeggen dat ik samen met het team het verschil maak. Palliatieve zorg is namelijk bij uitstek multidimensionaal en multidisciplinair samenwerken. Ik kijk naar heel veel domeinen, denk aan het fysieke aspect, het sociale domein, ik ga in gesprek met familie, naasten en het wijkteam. Maar ook zingevingsvragen en emoties spelen mee. In al deze aspecten probeer ik overzicht in te bouwen. Mijn rol is puur adviserend en begeleidend. Ik ga dus zeker niet vertellen wat iemand wel of niet moet doen. Ik probeer vooral prioriteiten te stellen: wat staat bovenaan en hoe gaan we verder om op alle terreinen comfort te bieden zowel voor de cliënt zelf als de naasten? Per consult verschilt dit enorm. Ik kom bij iemand thuis, er is een hulpvraag, maar soms gaat het helemaal niet over de hulpvraag maar zitten er heel veel lagen onder. Die verdieping maak ik als verpleegkundige pz. Aan mij om op tafel te krijgen wat er werkelijk speelt en waar we mee aan de slag kunnen gaan. Om een voorbeeld te geven: vaak is er veel onduidelijkheid. Kinderen vragen zich af waarom vader stopt met zijn medicijnen, de kinderen willen dit niet want stel dat vader overlijdt. Maar wellicht wil vader dit juist wel, misschien ook niet en spelen andere factoren mee. In dit soort situaties ga ik met de familie om tafel om het gesprek te voeren met elkaar. Ik durf die vragen vaak wel te stellen. Zo krijgen we samen meer duidelijkheid hoe het echt met vader gaat en wat we voor elkaar kunnen betekenen? Uiteindelijk gaat het erom dat we het gesprek durven aangaan, durven praten over later. Dat blijft essentieel voor de hele palliatieve fase, ook in de laatste terminale fase. Het is goed om heel duidelijk naar elkaar uit te spreken wat we verwachten en vandaar uit de zorg en eventuele behandelingen in zetten.’

Hoe ziet jouw samenwerking er uit met bijvoorbeeld een huisarts of wijkteam?
Mira: ‘Op basis van de gesprekken die ik heb met cliënt en familie, kan ik adviezen uitbrengen naar bijvoorbeeld de huisarts en het zorgteam. Waar nodig zet ik extra zorgdisciplines in. Maar het kan ook gebeuren dat er zoveel verschillende zorgdisciplines betrokken zijn dat er afgeschaafd kan worden. Stel dat een logopediste iedere twee weken langskomt omdat iemand slikproblemen heeft, maar dat ze iedere keer hetzelfde adviseert. Dan kunnen we ook met elkaar afspreken dat de logopediste niet meer langs hoeft te komen, maar dat de vraag ook vanuit de zorg gesteld kan worden. Zo hoeven er niet onnodig veel mensen bij iemand over de vloer te komen. Dat geeft vaak onrust en dat willen we voorkomen.

Mira, je geeft aan dat openheid en duidelijkheid in de hele palliatieve fase belangrijk is. Maar wanneer kom de verpleegkundige pz eigenlijk in beeld?
‘Het is heel verschillend. In de regio Salland hebben we nog geen uitgestippeld zorgpad hiervoor. Deze is wel in ontwikkeling met het project concentratie & spreiding. Dat zou heel erg helpen. De verpleegkundige pz speelt hier een belangrijke rol in, vooral bij de zorgmarkeringen. Dat die tijdig of zelfs vroegtijdig wordt ingezet. Maar nu is het toch veel later in de fase als er al hulpvragen en problemen zijn.

Hoe geven jullie het beleid vorm?
Mira: ‘We hebben allereerst gekeken naar: wat ligt er al, hoe werkt het en hoe sluit het aan bij de huidige ontwikkelingen? Bij Carinova willen we dat iedere cliënt de zorg krijgt die bij hem of haar past, ook in de palliatieve fase. Dit proberen we te vangen in ons verhaal en beleid. Dit vraagt een goede samenwerking tussen alle zorgprofessionals. In de woonzorg is het weer anders dan in de thuiszorg. Bovendien zijn onze zorgprofessionals ook heel verschillend opgeleid. We schrijven ons beleid voor iedereen, of je nu specialist ouderenverpleegkunde, huisarts of wijkverpleegkundige of verzorgende bent. Maar niet alle palliatieve zorg gaat over medisch handelen. Sterker nog, het overgrote deel van de palliatieve zorg is verpleegkundige zorg. Hier geven we handen en voeten aan. We proberen, middels het beschrijven van werkprocessen, medewerkers handvatten te geven in wat je als zorgprofessional zelf kan en waar je  hulp bij kunt vragen.’

Er zijn al mooie stappen gezet binnen Carinova op gebied van palliatieve zorg. Als je kijkt wat er tot nu toe bereikt is, waar zijn jullie trots op?
Cora: ‘Waar ik persoonlijk heel erg blij mee ben, is hoeveel collega’s we hebben in alle lagen van de organisatie die iets hebben met palliatieve zorg. En dat met ‘iets hebben’ bedoel ik dat ze onze cliënten kunnen helpen met de kwaliteit van leven en welzijn maar ook waken voor de kwaliteit van afscheid nemen en sterven.’

Wat is voor jullie de toegevoegde waarde van het Netwerk Palliatieve Zorg?
Cora: ‘Je levert zorg in de keten, je staat er dan ook niet alleen voor. Het vraagt aandacht om deze zorg in de keten georganiseerd te hebben ook als het gaat om de overdracht tussen organisaties. Daar is nog wel werk in te doen. Door de onderlinge samenwerking verder te versterken en te verbeteren, hopen we de cliënt de zorg te geven binnen de zorgketen zoals we het willen. We kunnen ook van elkaar leren binnen het netwerk, denk aan het organiseren van scholingen en bijeenkomsten om palliatieve zorg onder de aandacht te brengen.’

beeld: SIRE campagne Praten over de dood

 

 

 

 

 

Contact