Onvervulde palliatieve zorg behoefte bij presentatie op de SEH
Publicatie

Onvervulde palliatieve zorg behoefte bij presentatie op de SEH

  • Datum publicatie 26 augustus 2022
  • Auteur Linda Brom
  • Organisatie e-pal
  • Soort publicatie artikel
  • Gebruiker Geestelijk verzorger, Huisarts, Kaderarts, Maatschappelijk werker, Medisch specialist, Psycholoog, Specialist ouderengeneeskunde, Verpleegkundig specialist, Verpleegkundige
  • Doelgroep Kwetsbare ouderen, Ouderen, Volwassenen
  • Setting Ziekenhuis
Voor vragen, neem contact op met:
Laatst geactualiseerd: 26 augustus 2022

Inleiding 

Oudere volwassenen met kanker maken gebruik van de spoedeisende hulp (SEH) voor acute zorgen. De American Society of Clinical Oncology (ASCO) beveelt aan dat alle patiënten met gevorderde kanker ‘speciale palliatieve zorg te ontvangen, vroeg in het ziekteverloop, gelijktijdig met de actieve behandeling.' Echter, barrières bemoeilijken de integratie van palliatieve zorg in de gezondheidszorg, met name op de SEH. Het gebruik van de SEH door patiënten met kanker neemt toe. Een schatting laat zien dat ongeveer 4,2% van de patiënten de SEH bezoeken patiënten met kanker zijn.  

Onderzoek 

In dit onderzoek is gekeken naar de karakteristieken en behoeften van patiënten met gevorderde kanker die zich op de SEH presenteren. 

Methode 

Data zijn verzameld met een vragenlijst. Aanvullend zijn klinische data gehaald uit medische dossiers. Voor dit onderzoek is een selectie gemaakt vanuit een groter databestand. De selectie bevatte 674 patiënten met gevorderde kanker. De vragenlijst omvatte:  

  • demografische gegevens 
  • kankertype 
  • functionele status 
  • symptoomlast 
  • palliatieve en hospicezorg 
  • status van de richtlijncode 

Resultaten 

De meesten patiënten waren blank (78.6%) en vrouw (50,3%); de mediane leeftijd was 64 (interkwartiel range 54-71) jaar. Ongeveer 6,5% van de patiënten met gevorderde kanker ontving palliatieve zorg op het moment dat zij zich op de SEH presenteerde in vergelijking met 2,0% van de patiënten met niet-gevorderde kanker (p < 0,005).  

Van de patiënten met gevorderde kanker die zich op de SEH presenteerde, werd de meerderheid opgenomen in het ziekenhuis, voor behandeling of voor observatie, terwijl ongeveer een derde (30,4%) werd ontslagen.  

8,3% (95% CI 6,2-10,4) van de patiënten met gevorderde kanker en 1,5% (95% CI 0,32-2,8) van de patiënten met niet-gevorderde kanker overleden binnen 30 dagen na hun SEH opname (p < 0,0001).  

Patiënten met gevorderde kanker hadden een hoge symptoomlast met ongeveer twee-derde die pijn ervaarde en bijna een-derde misselijkheid. 

Discussie 

De bevindingen wijzen er op dat patiënten met kanker die zich op de SEH presenteren onvervulde behoeften aan palliatieve zorg hebben. Minder dan 10% van patiënten met gevorderde kanker geeft aan palliatieve zorg te ontvangen bij presentatie op de SEH.  De relatief hoge mate van pijn en een lage functionele status bij presentatie op de SEH weerspiegelt mogelijk de toename van zowel fysieke als en psychische symptomen en een slechte kwaliteit van leven naarmate de kanker zich ontwikkelde tot een gevorderd stadium.   

De ASCO-richtlijnen bevelen aan dat palliatieve zorg deel uitmaakt van de standaardzorg naast de gebruikelijke oncologische zorg voor elke patiënt met kanker. Het inzetten van palliatieve zorg is nog altijd laat in het ziektetraject, met verwijzingen vaak pas in de laatste maand van het leven. 

Conclusie 

Patiënten met gevorderde kanker blijven zich op de SEH presenteren ondanks aanbevelingen voor vroegtijdige palliatieve zorg te verlenen. Deze studie laat zien dat patiënten met gevorderde kanker vaak onvervulde behoeften hebben op het gebied van palliatieve zorg, hospice en proactieve zorg. Dit vraagt om verdere inspanningen om palliatieve zorg te integreren op de SEH voor patiënten met gevorderde kanker.  

Commentaar 

Dit onderzoek laat zien dat palliatieve zorg nog onvoldoende, en laat wordt ingezet bij patiënten die zich op de SEH presenteren. Ook in Nederland geldt deze situatie. Terwijl onderzoeken laten zien dat tijdige inzet van palliatieve zorg kwaliteit van leven verbetert, symptoomlast vermindert en leidt tot minder potentieel agressieve zorg.  

Een Nederlandse studie op basis van data van VEKTIS laat zien dat patiënten met palliatieve zorg vijf keer lager risico hebben op niet-passende zorg. Onder niet-passende zorg wordt verstaan:  

  • twee of meer spoedeisende hulp bezoeken 
  • behandeling met chemotherapie 
  • twee of meer ziekenhuisopnames 
  • lange ziekenhuisopname (14 dagen of langer) 
  • IC-opname 
  • overlijden in het ziekenhuis 

Sinds juni 2022 zijn er data over palliatieve zorg en zorg in de laatste levensfase opgenomen in de Monitor Oncologische Zorg. Het geeft ziekenhuizen de mogelijkheid om inzicht te krijgen over de inzet van palliatieve zorg en zorg in de laatste levensfase van in het ziekenhuis overleden patiënten met kanker. Ziekenhuizen kunnen hiermee bekijken hoe vaak er sprake is van passende en potentieel niet-passende zorg in de laatste levensfase. De toegevoegde informatie in de Monitor Oncologische Zorg helpt ziekenhuizen bij het toetsen van de voortgang op het tijdig herkennen van de laatste levensfase en het aanpassen van beleid hierop. Met deze ontwikkeling kunnen we bijdragen aan tijdige inzet van palliatieve zorg.  

Naar de publicatie  

Yilmaz, S., et al. (2022) Palliative care needs and clinical outcomes of patients with advanced cancer in the emergency department. (niet openbaar) J  Pall Med 25(7);1115-1121.  

 

Deze bijdrage is onderdeel van e-pal - editie sept 2022. Lees hier meer wetenschappelijk onderzoek samengevat.    

Voor vragen, neem contact op met:
Laatst geactualiseerd: 26 augustus 2022
Niet gevonden wat je zocht?
Mail de redactie
Mail de redactie met jouw evenement, nieuws of tool waar anderen baat bij kunnen hebben. Suggesties of klachten over informatie zijn ook zeer welkom. Met jouw inbreng kunnen we Palliaweb verbeteren.