Therapietrouw

Uitgangsvraag

Welke interventies zijn het meeste effectief voor het bevorderen van therapietrouw bij patiënten met gevorderde stadia van COPD of hartfalen?

Methode: consensus-based

Aanbevelingen

  • Geef uitleg over indicatie, werking en bijwerkingen van het geneesmiddel.
  • Evalueer samen met de patiënt of hij zijn medicatie conform het voorschrift gebruikt. Hier is een rol weggelegd voor de voorschrijver en de apotheker.
  • Wees altijd alert op medicatiefouten en therapie-ontrouw. 
  • Wees alert op (eventueel door angst ingegeven) misverstanden en onjuiste gedachten over het gebruik van pijnmedicatie.
  • Maak de doseerschema’s van de verschillende geneesmiddelen zo eenvoudig mogelijk, waarbij de geneesmiddelen zo veel mogelijk op dezelfde momenten worden ingenomen.
  • Houd extra rekening met therapie-ontrouw bij ouderen, patiënten met een cognitieve beperking, patiënten die de Nederlandse taal niet beheersen en patiënten die ingewikkelde doseerschema’s hebben.
  • Maak voor de onderhoudsbehandeling zo nodig gebruik van een medicatiecassette of geneesmiddeldoseersysteem en/of schakel een mantelzorger of wijkverpleegkundige in voor het aanreiken van de medicatie.
  • Voor de apotheker, voorschrijver en patiënt: Zorg voor een correct, up-to-date medicatieoverzicht.
  • Informeer de patiënt dat hij verantwoordelijk is voor het doorgeven van medicatiewijzigingen aan de apotheek. 
  • Vermeld bij intercollegiale correspondentie altijd de huidige medicatie.

Er is geen literatuur gevonden over het effect van interventies ter bevordering van therapietrouw op pijn bij patiënten met gevorderde stadia van COPD of hartfalen.

De werkgroep ziet geen reden waarom de aanbevelingen voor het bevorderen van de therapietrouw anders zouden zijn bij patiënten met gevorderde stadia van COPD of hartfalen dan bij patiënten met kanker. De aanbevelingen zijn dan ook hetzelfde als bij patiënten met kanker.