Download hele richtlijn

Manuele lymfedrainage

Uitgangsvraag

Wat is het effect van manuele lymfedrainage op pijn bij patiënten met kanker?

Methode: evidence-based

Aanbeveling

  • Pijnbestrijding met behulp van manuele lymfedrainage kan worden overwogen bij de behandeling van patiënten met pijn bij kanker, waarbij de pijnbestrijding als neveneffect van het effect van de behandeling (oedeemvermindering) moet worden opgevat.

In de RCT van beperkte kwaliteit [Williams 2002] werden 31 vrouwen met borstkanker in een cross-over-design toegewezen aan manuele lymfedrainage (combinatie van huidverzorging, ondersteuning drukmassage en oefeningen) of simpele lymfedrainage (vereenvoudigde zelfhulpversie). Zwelling was een primaire maat, en de categorische vijfpunts schaal voor pijn werd afgenomen. Voor pijn werden de proporties patiënten geanalyseerd die verbetering vertoonden. Gevonden werd dat de kans op vooruitgang significant hoger was bij de manuele lymfedrainagebehandeling dan bij de simpele lymfedrainagebehandeling (0R 9,0, p=0,01). Onduidelijk is hoe groot de pijnvermindering is en daarmee het verschil tussen de groepen.

In een onderzoek door Johansson [1999] werden 38 patiënten met lymfoedeem van de arm, na medische interventie vanwege borstkanker ontstaan, behandeld met een compressieverband of met een compressieverband en manuele lymfedrainage. Naast beoordeling van de volumeverandering werd verandering in het gevoel van spanning, zwaarte en pijn vastgelegd met de VAS. In beide groepen trad vermindering op van het volume en het gevoel van spanning en zwaarte. Alleen in de groep patiënten die werd behandeld met een compressieverband en manuele lymfedrainage, trad vermindering op van pijn. In een onderzoek door Mondry [2004] werden de effecten op langere termijn van oedeemtherapie gemeten. Bij twintig patiënten met lymfoedeem van de arm na medische interventie bij borstkanker werd tot een jaar na het einde van de therapie gemeten. De metingen richtten zich op het volume van de arm, pijn door middel van de VAS en kwaliteit van leven. De metingen werden verricht voor de therapie, tijdens en aan het einde van de therapie, drie maanden, een halfjaar en een jaar na het stoppen van de therapie. De therapie was gericht op huidzorg, manuele lymfedrainage, compressiebandage en oefentherapie gedurende twee tot vier weken vijfmaal per week. Tijdens de behandelfase is de therapie gericht op oedeemafname, waarna zonder therapie consolidatie wordt nagestreefd. Na een jaar was de verdere daling voor pijn nog licht aanwezig. In dit onderzoek blijkt volumereductie duidelijk gecorreleerd te zijn aan reductie van pijn. Het onderzoek van Williams maakt gebruik van een cross-over-design, echter met voldoende tijd tussen de interventies. Het primaire doel van de manuele lymfedrainage is oedeemvermindering; pijnvermindering wordt als secundair beschouwd. In het beoordeelde onderzoek was de effectieve behandeling meer omvattend dan alleen manuele lymfedrainage. Johansson maakt gebruik van een vergelijkend onderzoek, maar beperkt zich tot kortetermijneffecten.

Mondry bekijkt de langetermijneffecten van manuele lymfedrainage gecombineerd met andere therapievormen zonder vergelijkend onderzoek.

  • Het is aannemelijk dat manuele lymfedrainage pijn kan verminderen bij patiënten met borstkanker.
    [B: Williams 2002, Johansson 1999]
    [C: Mondry 2004]

Lymfoedeem komt ook frequent voor bij gynaecologische en/of urologische tumoren, zowel distaal in het been, als proximaal in de liezen. De kans is verhoogd na gecombineerde behandelingen met chirurgie gevolgd door radiotherapie. Ook bij patiënten met sarcomen in het kleine bekken of in extremiteiten kan zich postoperatief lymfoedeem ontwikkelen, zeker indien ook radiotherapie onderdeel van de behandeling was. De werkgroep is van mening dat lymfoedeemtherapie in deze gevallen afname van zwelling en daardoor ook pijn kan bewerkstelligen. Lymfoedeemtherapie kan hierbij meer modaliteiten omvatten dan alleen manuele lymfedrainage. Behandeling van lymfoedeem wordt toegepast door fysiotherapeuten en huidtherapeuten. Voor verdere informatie over behandeling van lymfeoedeem wordt verwezen naar de CBO-richtlijn over dit onderwerp [Richtlijn Lymfoedeem 2002].